De topman van containervervoerder Maersk greep de publicatie van zijn kwartaalcijfers aan om de boodschap te verspreiden dat de wereldeconomie er minder goed voor staat dan alom wordt gedacht. Volgens Nils Smedegaard is het groeitempo van de handel die het bedrijf ziet niet in lijn met de groeiverwachting van internationale organisaties als het IMF.

“Wij zijn wat pessimistischer dan de meeste anderen die voorspellingen doen. Wij zien minder groei, vooral in opkomende landen, maar mogelijk ook in Europa”, aldus Smedegaard.

De Maersk-topman werd op zijn wenken bediend door de OESO. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling verlaagde zijn groeiverwachting voor de wereldeconomie.

Wat betreft opkomende landen en dan in het bijzonder China lijkt het beeld dat Maersk schetst ondersteund te worden door de cijfers. De jongste statistieken over de Chinese handel wijzen op een stevige krimp van zowel export als import. Dat is in feite al het hele jaar zo.

In Europa gaat het echter stukken beter met de handel. Volgens cijfers van Eurostat werd vanuit de Europese Unie de eerste acht maanden van het jaar 7 procent meer uitgevoerd dan in 2014. De invoer groeide met 3 procent. Dit zijn de beste groeicijfers sinds 2012.

 

	2011	2012	2013	2014	2015 t/m augustus
Invoer EU	12,8%	3,9%	-6,1%	0,1%	3%
Uitvoer EU	14,8%	8,3%	3,0%	-1,8%	7%
Handel binnen EU	10,4%	0,6%	0,1%	3,3%	5%

 

Deze positieve ontwikkeling is voor een deel natuurlijk te danken aan de verzwakking van de euro ten opzichte van de dollar die goed is voor de handelspositie. Maar het feit dat de handel binnen de EU met 5 procent toenam, wijst erop dat de Europese economie echt aan de beterende hand is en zeker niet opnieuw verzwakt. Dit was het beste cijfer sinds 2011.

Ook de handelscijfers van Duitsland, de grootste Europese economie, wijzen op sterke groei. Volgens statistiekbureau Destatis nam de export over de eerste negen maanden met 7 procent en de import met 4,2 procent toe.

Europa heeft het voordeel dat de euro ten opzichte van de dollar aanzienlijk is verzwakt. Toch lijkt de hinder die de economie van de VS ondervindt van de sterke dollar beperkt te zijn. Tot en met september is zowel de Amerikaanse import als de export minder dan in 2014. Dit komt in het geval van de uitvoer grotendeels op het conto van de lage olieprijs en wat betreft de invoer zelfs volledig.

Al met al zijn het vooral opkomende markten die te maken hebben met stagnerende handel. Dit zijn dan ook de landen waar het op dit moment economisch minder gaat. De gevreesde besmetting van de ontwikkelde westerse economieën lijkt dus niet plaats te vinden.

Voor een bedrijf als Maersk, dat sterk afhankelijk is van handelsstromen vanuit Azie naar Europa en de VS, is dit alles buitengewoon vervelend. Het merendeel van de beursgenoteerde bedrijven zijn echter veel minder afhankelijk van opkomende markten dan Maersk.